Architectonische ruimten zijn, net als beeldhouwwerken, driedimensionaal. In beide gevallen moet de waarnemer meerdere malen zijn gezichtspunt aanpassen om het werk in zijn geheel te kunnen observeren.
Omdat het onmogelijk is om gelijktijdig het geheel van een gebouw, en dus zowel het interieur als de buitenkant, te kunnen overzien, moet de waarnemer vertrouwen op zijn geheugen dat in zijn hoofd de verschillende geobserveerde gezichtshoeken 'reconstrueert'.
De interactie tussen binnen en buiten en tussen de twee- en driedimensionale oppervlakken wordt zo de sleutel om het hele werk te begrijpen.
Dankzij de mogelijkheid om zowel binnen als buiten en op structureel niveau keramisch materiaal te gebruiken voor zowel de wandbekleding als de vlakke oppervlakken en volumes, zijn binnen deze constructievisie meerdere ontwerptoepassingen mogelijk.